Drie grote waterstoffabrieken op komst

Shell gaat een waterstoffabriek bouwen die bij voltooiing in 2025 de grootste van Europa zal zijn. Dat zal niet voor lang zijn. In de Amsterdamse haven zijn plannen om twee jaar later een 2,5 keer zo grote fabriek te openen. En in de Groningse Eemshaven moet kort erna een nog eens zes keer zo grote fabriek verrijzen. Staan we aan de vooravond van een waterstofrevolutie?

Groene waterstof ontstaat door elektrolyse, het splitsen van water in zuurstof- en waterstof. Hiervoor wordt niet-fossiele energie gebruikt, opgewekt door bijvoorbeeld windmolenparken in de Noordzee. Waterstof is geen energiebron maar een drager van energie, vergelijkbaar met een accu. Voordeel is dat die over grote afstand vervoerd kan worden naar de plek waar ie nodig is.

De één miljard euro kostende centrale die Shell op de Tweede Maasvlakte gaat bouwen moet de verderop gelegen raffinaderij van Pernis van stroom voorzien. In de Amsterdamse haven wil een consortium een bijna driemaal zo grote centrale neerzetten. De waterstof die hier wordt opgewekt willen ze onder meer gebruiken als bestandsdeel voor synthetische kerosine, die veel minder CO2 uitstoot dan fossiele brandstof. Het in dezelfde haven gelegen Tata Steel heeft aangekondigd in 10 jaar tijd volledig op waterstof te willen overschakelen.

Los van deze megaprojecten lopen er nog ruim 165 kleinere waterstofprojecten in Nederland. Is daarmee de doorbraak een feit, of is het nog steeds een druppel op de gloeiende plaat in de energietransitie? Over de kansen van waterstof, en de laatste stand van zaken van alternatieven in de energietransitie organiseert Kantelpunt dit najaar een conferentie. Met inspirerende sprekers uit de wetenschap en het bedrijfsleven. Meld je nu aan.